Algemeen

AEDE EN SJOUKJE EEN DIAMANTEN PAAR

Het was dinsdag 5 januari 60 jaar geleden dat Aede de Vries en Sjoukje Posthuma elkaar het ja-woord gaven. Het mocht dit jaar niet een uitbundig feest worden, maar met kinderen, klein- en achterkleinkinderen op de oprit en een draaiorgel voor de deur, kon deze dag niet stuk voor de Hallumers.
Foto: Bram Buruma

Aede en Sjoukje vierden hun diamanten huwelijksfeest vanwege alle beperkingen op de oprit, maar zij genoten er samen met kinderen en 'pake- en beppesizzers' zichtbaar van. Een dag na het feest kwam wethouder Pytsje de Graaf nog lang met felicitaies van d egemeente en was er voor het paar een kopie van de trouwakte.
Aede de Vries en Sjoukje Posthuma zijn geboren Bilkerts en de twee ontmoetten elkaar ruim zestig jaar geleden op het ijs in Oude Bildtzijl. Hij had toen al een beetje verkering, maar viel voor Sjoukje en die liefde bloeide alleen maar meer op. Op 5 januari 1961 gaven ze elkaar het ja-woord in het gemeentehuis in Sint Annaparochie en de kerkelijke bevestiging volgde die dag in Oude Bildtzijl. Het jonge paar woonde eerst bij Sjoukje haar ouders in, maar kocht niet veel later zelf een huis aan de Hallumerhoeke. Ze verhuisden daarna naar Hallum en woonden daar aan de Reed en de Goslinghastrjitte. Het paar van nu 82 en 77 jaar woont nu in een comfortabele huis aan de Juffer Frederikastrjitte nog steeds zelfstandig. Aede werkte elf jaar in de Marrumer melkfabriek De Takomst, die in 1979 dicht ging. De Hallumer kreeg daarna verschillende bazen. Hij vond zijn draai in de jaren daarna helemaal als bladenman en werd zo in deze regio het vertrouwde gezicht dat wekelijks de Libelle, Margriet en nog veel meer tijdschriften bezorgde. De vrijheid en het persoonlijke contact met de mensen, dat vond Aede de Vries het mooie van dit werk en deed het daarom met ‘in soad nocht’. Sjoukje Posthuma haar heit was boerenarbeider en het gezin verhuisde maar liefst 15 keer om weer werk te vinden. Zij ging zoals zoveel leeftijdgenoten na de lagere school ‘gewoon’ naar de huishoudschool en werkte jarenlang in de huishouding. Ze bezorgde maar liefst 34 jaar kranten in Hallum. ,,Dat fûn ik altyd hiel moai om te dwaan. Ek doe’t it moarnskranten wurden bin en ik dan al om healwei seizen al neist it bêd stie.’’ 
Wat heel lang boven alles ging, was bij Aede het schaatsen. Hij was een van de helden die op de schaats het IJsselmeer over staken en hij stond twee jaar nadat hij trouwde aan de start van de Elfstedentocht. Zoals bekend waren de omstandigheden tijdens de tocht van 18 januari 1963 zo bar dat van de ruim 9000 toerrijders die aan de tocht begonnen, er na een lange dag ploeteren door de sneeuw slechts 69 de finish in Leeuwarden zouden halen. Aede strandde die dag zoals zoveel deelnemers in Franeker. Hij bewaart goede herinneringen aan die Elfstedentocht en andere mooie schaatstochten. ,,Reedride fûn ik it aller moaiste om te dwaan en yn dy tiid koe dat faak op natoeriis. Mar nei 1963 ha ik de Alvestêdetocht net wer riden. Dat muoit my noch altyd. Mar it duorre foar my krekt te lang, foar dat it wer koe. Yn 1985 doarst ik it net mear oan.’’
Aede en Sjoukje kregen drie dochters en een zoon, er zijn nu negen kleinkinderen en vier achterkleinkinderen. ,,De bern bin allegear goed terjochte kommen. Dêr bin wy grutsk op. Mei no dan ek noch sokke leave pake- en beppesizzers om ús hinne’’, zegt Sjoukje. De gezondheid laat haar man nu af en toe een beetje in de steek en dat daarom ook de auto van de hand moest, vinden beiden heel jammer. Ze trokken er zo graag samen op uit. Nu wandelt en fietst zij nog regelmatig een rondje. Als ze samen weg willen, bellen ze een taxi en vinden dat zo allemaal prima geregeld is. ,,Alles is oars, mar wy genietsje der no foaral fan.''